donderdag 12 april 2012

Beschouwing beeldend vermogen.

Hieronder worden de 3 verschillende ontwikkelingsfasen uitgewerkt van een kind voor het beeldend vermogen:

Je hebt in totaal 3 fases:

- Het krabbelstadium.
- Het schematische stadium.
- Het realistische stadium.

Het krabbelstadium:

Komt al voor op jonge leeftijd, een kind gaat het besef krijgen dat het een spoor kan achterlaten op papier. Hij/Zij heeft nog niet echt de motorische vaardigheid om mooie concrete vormen te maken. dus een gecontroleerde tekening maken is nog niet mogelijk. Het is al mooi voor het kind om iets achter te laten op papier. Dit start al voor de basischool, en het ligt aan de ouders en de leerkrachten, hoe snel dit kind in het volgende stadium terecht komt.




Het schematische stadium:

Kinderen gaan dingen uit de omgeving herkennen en zodoende op papier zetten, papa en mama worden getekend, of het huisdier. Het moet wel in het kind zijn/haar omgeving passen. Ze hebben ook hele herkenbare vormen, een mens is een rondje op een groter rondje, 2 benen en 2 armen (koppoter). Verder zien alle voorwerpen, waar dan ook er hetzelfde uit. In dit stadium kunnen de kinderen ook nog geen verschillen maken in hoogte, een bloem is net zo groot als de auto van papa.



Het realistische stadium:

Bij dit stadium, meestal pas in de bovenbouw wordt dit stadium gerealiseerd, gaan de kinderen echt gebruik maken van kleur. Ze gaan echt kijken in hun omgeving hoe iets nou vormgegeven is. Daarbij kunnen ze ook beter de omgeving op de tekening schetsen. Ze gaan gebruik maken van een grondlijn en ze zijn in staat om een horizon te tekenen. Ook gaan ze vele beter kijken naar de verhoudingen van een vorm. Een muis is dus kleiner dat de kat die hem probeert te vangen. En ook de vorm van het hoofd is anders, in het vorige stadium zijn alle hoofden gewoon een rondje.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten