Toneelopening projectweek, zee.

Drama Opening projectweken ‘de zee’.
Doelstellingen: - Aan het eind van de projectopening is duidelijk wat het thema is van het project.
- Aan het eind van de projectopening is voor de leerlingen duidelijk dat je de zee erg vervuild wordt
  er daar iets aan moet veranderen.
- Aan het eind van de projectopening is voor iedere klas duidelijk aan de hand van een opdracht wat
  het vervolg is van het project.
Voorwoord: Op de basisschool wordt het project ‘de zee’ gepast geopend met een toneelstuk. Dit toneelstuk wordt gespeeld door 2 vissen. (Grote kleurige handpoppen met zwart geklede leerkrachten), de kapitein (verkleed in een duikerspak met snorkel, duikbril en flippers) en de eigenwijze oester (een van piepschuim gemaakte oester (de stem van de oester wordt gesproken door een leerkracht op de achtergrond. Het podium is omgebouwd tot zee. Tijdens het toneelstuk wordt er op een diaprojector foto’s van een vervuilde zee getoond en via een mp3 bestand zee geluiden afgespeeld. Hieronder hebben wij uitgebreid de opening beschreven. Aangezien wij deze eventueel moeten presenteren tijdens de toetscarousel. De opdracht en afsluiting zijn wat globaler beschreven.

Vooraf: Het thema (de zee) van het project is al bekend gemaakt bij de leerlingen. De leerlingen zijn al begonnen met het versieren van de klas door middel van knutselwerkjes. Om het project te openen wordt er een toneelstuk opgevoerd in de aula, waar alle klassen aanwezig zullen zijn.

Projectopening: Het podium is omgebouwd tot zee. Hier komen 2 vissen op. De ene vis is een echte wijsneus en weet alles. De andere vis is niet zo slim en komt daarom op een grappige manier een beetje dom over. De vissen komen op met het verhaal dat er een groot probleem is in de zee waarin hun leven. De zee wordt steeds meer vervuild. Op de achtergrond is een diapresentatie te zien met plaatjes over een vervuilde zee. Op de achtergrond wordt een mp3 bestandje afgespeeld met zee geluiden. De slimme vis vertelt aan de leerlingen dat door deze vervuiling de waterplantjes niet meer willen groeien en er daarom bijna geen eten is voor alle dieren in de zee. Het domme visje probeert een plastic tas te eten en bedenkt zich toch dat dit niet zo lekker is als de plantjes. Het slimme visje vertelt dat er een manier is om dit grote probleem op te lossen. Heel diep op de bodem van de zee ligt een oud gezonken schip met daarin een schat. In die schat zitten zaadjes voor waterplantjes. Als de schat geopend wordt kunnen er nieuwe waterplantjes groeien in de zee. Daarnaast moet iedereen ook wat aan de vervuiling doen in de zee. De vissen hebben hierbij even interactie met de kinderen. Hoe zou de vervuiling in de zee verminderd kunnen worden? Tijdens deze interactie met de kinderen komt heel sterk de rol van slimme en domme vis naar voren. Uiteindelijk breekt het slimme visje de interactie af en vertelt dat het probleem echt heel snel opgelost moet worden omdat heel veel dieren in de zee ontzettende honger hebben.
Het visje vertelt dat de kapitein vast een oplossing voor het probleem weet, maar hij weet niet waar de kapitein is. De vissen geven de kinderen de opdracht de kapitein te roepen. Dit wordt een paar keer opnieuw gedaan omdat de kinderen ‘niet hard genoeg roepen’ en de kapitein een beetje doof is. Uiteindelijk komt de kapitein in een duikerspak en met een duikbril, snorkel en flippers aanzwemmen. Hij kan namelijk geen adem halen in de zee. De vissen leggen het probleem voor aan de kapitein. De kapitein denkt goed na en komt dan met de oplossing. Hij weet dat de schat op het gezonken schip niet zomaar open gaat. De sleutel om die schat te openen zit in de eigenwijze oester. Deze oester gaat alleen open wanneer er een paar opdrachten worden uitgevoerd voor de eigenwijze oester. De kapitein stelt voor naar de oester te zwemmen en te vragen wat voor opdrachten dit zijn. De oester is gemaakt van piepschuim. Achter het podium wordt door een persoon de stem van de eigenwijze oester gesproken. De kapitein legt uit dat zij de sleutel dringend nodig hebben die hij bij zich houd. Maar de eigenwijze oester wil deze niet zomaar geven. De oester geeft de kapitein 8 flessen met opdrachten en vertelt de kapitein wanneer deze opdrachten goed uitgevoerd hij zijn schelpen opent. De kapitein komt weer terug bij de vissen met zijn 8 flessen. Hij vertelt dat hij de sleutel niet zomaar mee kreeg en dat er een aantal opdrachten uitgevoerd moeten worden. De vissen zeggen dat zij hier echt geen tijd voor hebben. Zij zijn druk bezig al het afval in de zee op een berg te gooien. Vervolgens wordt er aan de kinderen gevraagd of zij in hun klas de opdrachten willen uitvoeren. Per klas wordt er een kind naar voren gehaald om de fles aan te pakken. Deze fles ziet er uit als flessenpost. Op een oud papiertje is de opdracht geschreven, in de fles gedaan en de kurk er op gedaan. De vissen vertellen eind van de week terug te komen om de opdrachten in ontvangst te nemen en verlaten het podium. De kapitein vertelt de leerlingen nog even goed hun best te doen omdat dit echt belangrijk is voor de zee en de dieren in de zee. Hij wenst de kinderen succes en verlaat het podium.

Opdracht: In iedere fles zit een opdracht die per klas uitgevoerd moet worden. Natuurlijk is hier gelet op niveau. Kleuters moeten bijvoorbeeld een kleurplaat maken over de zee terwijl groep 8 een topografische opdracht moeten doen over de zeeën op aarde.

Afsluiting:
Aan het eind van de week komen de kinderen weer terug in de aula voor een afsluiting. De vissen en kapitein komen hier op, nemen de flessen in ontvangst. Gaan naar de eigenwijze oester en krijgen uiteindelijk de sleutel. Met deze sleutel zwemmen de vissen en de kapitein naar de schat in het gezonken schip en openen de schat met zaadjes. Tot hun verbazing zat hier veel meer in dan dat zij verwacht hadden.